De afgelopen weken is er veel denk- en tekenwerk verricht. Alle kennis die ik heb over duurzaam bouwen, gezond binnenklimaat, bouwfysica, en mijn eigen ideeën over hoe een woning fijn kan aanvoelen en functioneren, heb ik geprobeerd samen te brengen in één ontwerp. En dat is nog niet eenvoudig. Want er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden, maar welke is de juiste? Een korte, directe weg is niet noodzakelijk beter dan een kleine omweg die door een prachtig landschap voert en de zo reis veel prettiger maakt.
Mijn vorige blog sloot ik af met de mededeling dat ik de keus zou maken tussen twee opties: een eigen ontwerp uitwerken en laten bouwen, of me aansluiten bij het ontwerpproces van een andere aannemer die zelf een Active House starterswoning aan het ontwikkelen is. De keuze is uiteindelijk gevallen op het uitwerken van mijn eigen ontwerp. Deze is ingegeven door het feit dat ik nu al zo lang bezig ben met mijn eigen woning. Ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed. Ik wil nu alle touwtjes zelf in handen houden, zelf alle beslissingen maken. Geen compromissen sluiten, niet me aanpassen aan de wensen van een ander. Geen gulden middenweg kiezen om diverse smaken en keuzes een plek te kunnen geven. Nee, dit wordt míjn woning.
Ik heb wel eens de vraag gekregen (meer dan eens eigenlijk) of ik nu niet een of ander kunstwerk aan het creëren ben, zo afgestemd op mijn smaak dat alleen ik er normaal in zal kunnen wonen, maar verder onverkoopbaar zal blijken als ik ooit zal willen verhuizen. Nu is dat natuurlijk een moeilijke vraag om te beantwoorden, omdat het om mijn eigen woning gaat. Maar ik denk dat de vraagstellers niet helemaal begrijpen wat ik aan het doen ben. Ik ben niet een excentriek architectonisch kunststuk aan het ontwerpen. Ik maak een Active House. Per definitie een woning waarin het heel aangenaam vertoeven is. Dat ik hier zoveel tijd en moeite in stop zegt niet noodzakelijk iets over mijn excentrieke smaak, maar meer over de kwaliteit van de huidige standaard manier van bouwen. Namelijk dat daar nog wel een paar slagen te winnen zijn.
In mijn beleving zullen potentiële kopers, mocht ik ooit willen verhuizen, bij een bezichtiging mijn woning inlopen, en verliefd worden op het gevoel dat ze krijgen binnen. Niet noodzakelijk op het ontwerp zelf (hoewel dat natuurlijk ook aantrekkelijk wordt), maar op het binnenklimaat, dat ze waarschijnlijk niet eens bewust meemaken. Op het licht, de lucht, de ruimte.
Ik vertelde in een eerder blog al over de workshop integraal ontwerpen die ik in januari heb georganiseerd. Hierin werd met verschillende partijen twee dagen nagedacht over hoe een optimaal Active House vormgegeven zou kunnen worden. Hierbij werd niet getornd aan de beoordelingscriteria van een Active House, die zijn te lezen in de Active House Specificaties. Er werd meer nagedacht over kwaliteitsaspecten die meer ontwerptechnisch van aard zijn, zoals een beukmaat van minimaal 6 meter vanwege de flexibiliteit die dit biedt bij de indeling, en een centrale schacht waar trap en licht van boven wordt gecombineerd en die zo het hart van de woning vormt. Bijna alle conclusies uit die workshop zijn meegenomen in het ontwerp van mijn woning.
Wat nu nog rest is het invullen van het ontwerp met concrete producten en materialen: waarvan worden mijn muren gemaakt, welke kozijnen komen erin, welke installaties, etc. Ik ben al in gesprek met verschillende leveranciers, en zal dit de komende tijd blijven doen. Ik heb een goed idee van wat ik wil, nu moet ik dat nog zien af te stemmen met wat er op de markt te krijgen is.
Ik zal de komende tijd blijven vertellen over keuzes die ik maak en waarom. Hopelijk kan ik zo als inspiratiebron dienen voor architecten, adviseurs en ieder ander die met Active House aan de slag wilt. Mocht u daar niet op willen wachten en nu al meer willen lezen over hoe u een Active House kunt ontwerpen, download dan gratis de Active House Ontwerprichtlijnen, die eind maart voor het eerst in het Nederlands zijn verschenen.
Bas Hasselaar is projectmanager bij SBRCURnet