In mijn vorige blog beschreef ik een paar opstartproblemen die ik tegenkwam toen de naderende winter voor het eerst mijn verwarming noodzakelijk maakte. Doordat de verwarming pas werd aangesloten toen de temperatuur bij mij in huis al was gedaald tot 14 graden, duurde het een tijd voordat het eindelijk behaaglijk warm was in huis. Dit werd mede veroorzaakt doordat ik een (tijdelijke) warmtepomp geplaatst heb die een beperkte capaciteit heeft. Normaal gesproken wordt deze warmtepomp aangevuld met een (gas)ketel, maar doordat ik een gasloze woning heb, was dat geen optie. Binnenkort wordt deze warmtepomp vervangen door een nieuw exemplaar met hogere capaciteit, maar daar had ik vorige maand niks aan natuurlijk.
Maar mijn verhaal bracht heel wat los. Duizenden mensen lazen en deelden mijn blog, of lieten een commentaar achter. De meeste bemoedigend, mensen leefden met me mee, gaven advies of bedankten me voor het delen van mijn ervaringen. Interessant was om te lezen dat een aantal mensen mijn lage binnentemperatuur toeschreven aan mijn keuze voor natuurlijke toevoer van ventilatielucht. Volgens hen was de oplossing simpel: balansventilatie toepassen en ik zou het nooit meer koud hebben. Omdat dit een hardnekkige gedachte is, wil ik hier even iets dieper op ingaan.
Ik ben heel goed op de hoogte van de eigenschappen van de verschillende ventilatiesystemen, en weet welke voors en tegens er zijn voor de keus van de een of de ander (in goede, moderne energiezuinige woningen zijn er praktisch gezien maar twee typekeuzes). Ik heb heel bewust gekozen voor natuurlijk toevoer via gevelroosters, waarbij het ventilatiedebiet mechanisch wordt aangestuurd via CO2-monitoring (systeem C). Iedere ruimte in mijn woning wordt individueel gemonitord en afgezogen, met een eigen toevoer. De warmte wordt uit de afgezogen lucht terug gewonnen met een warmtepomp, die de warmte vervolgens afstaat aan een buffervat dat de bron is voor mijn verwarming. Mijn verwarming is watergedragen lage temperatuur stralingsverwarming via capillaire buisjes in mijn vloer, plafond of wand. De relatief hoge stralingstemperatuur compenseert zo een eventuele lagere luchttemperatuur dan met balansventilatie het geval zou zijn geweest.
Waar bij veel mensen een denkfout optreedt, is dat bij balansventilatie (systeem D) geen verwarming nodig is.
Op het moment dat de binnentemperatuur laag is (bijvoorbeeld 14 graden), zal de verse ventilatielucht nooit warmer worden dan die 14 graden via een warmtewisselaar. Daar is aanvullende verwarming voor nodig. Wel is het zo, dat de binnenlucht minder snel afkoelt door ventilatie in het geval van balansventilatie. Maar transmissie door de gebouwschil maakt dat verwarming nog steeds nodig is. Balansventilatie is ook niet noodzakelijk energiezuiniger. In mijn installatieopstelling win ik warmte terug uit de ventilatielucht. Mijn huidige warmtepomp blaast de afgevoerde lucht uit met 5 graden. Dat betekent dat als de buitenluchttemperatuur hoger is dan vijf graden, daar ook nog energie uit wordt gewonnen (mijn nieuwe warmtepomp krijgt een andere, lagere uitblaastemperatuur, maar die heb ik nog niet beschikbaar). Ik win dus net zoveel warmte terug (afhankelijk van de omstandigheden vaak meer, maar soms ook minder) als balansventilatie.
In mijn vorige blog maakte ik nog de opmerking dat ik een aantal ventilatieroosters had dicht gezet om ongewenste dwarsventilatie (tocht) tegen te gaan. Mensen maakten zich in de reacties zorgen hierover: men was bang dat ik de kwaliteit van mijn binnenlucht opofferde om het maar warm te krijgen. Hierbij wil ik daarom graag een nuance plaatsen: mijn woning heeft een overmaat aan ventilatiemogelijkheden. Het enige wat ik heb gedaan is de overmaat dicht zetten. De CO2 concentratie wordt continue gemonitord in mijn woning, en is meestal tussen de 600 en 800 ppm. Pas als ik veel mensen over de vloer heb loopt deze op. Ook tocht is geen probleem in mijn woning, je kan prima in de winter met gevelroosters ventileren zonder tochtklachten, als je er maar rekening mee hebt gehouden in het ontwerp.
En zo is 2017 afgesloten. December komt in de boeken als de somberste maand in 30 jaar, er waren plekken in Nederland waar een week lang geen uur zonneschijn te zien was. Op 10 december had ik een rampzalig lage opbrengst van 30 Wh van mijn PV-dak. Ter referentie: in september (niet eens hoog zomer) heb ik meerdere dagen gehad waarbij de opbrengst ruim duizend (1000!) maal hoger lag. Maar ik had er weinig last van. Mijn woning is inmiddels lekker warm (een extra kacheltje hielp), het vocht is nagenoeg uit de constructie (droge winterlucht), en nog steeds heb ik overdag zelden een lamp aan binnen, omdat ik aan het natuurlijke daglicht in mijn woning genoeg heb.
En zo sluit ik 2017 af. Iedereen de beste wensen, en laten we in 2018 de wereld weer een stukje mooier maken.
Bas Hasselaar is werkzaam als Adviseur Bouwfysica & Duurzaamheid bij DGMR en te bereiken op bha@dgmr.nl.